Het verzamelen van hedendaagse kunst begon in het midden van de jaren zestig en gaat door tot op de dag van vandaag. De belangstelling gaat aanvankelijk uit naar concrete kunst, later ook naar conceptuele kunst. De genegenheid voor sculpturale werken en ruimtelijke installaties overtreft die voor geschilderde schilderijen. Kleuren zijn eerder te vinden als bijna monochrome kleurvlakschilderingen dan als schilderachtige kleurtoonmodulatie. In grafieken en tekeningen overheerst de lijn of het heldere kleurvlak.
Nieuwe Kunst
Ongeveer een derde van het werk van Ernst Hermanns, de enige beeldhouwer van de in 1948 in Recklinghausen opgerichte Gruppe junger Westen, bevindt zich in de DKM-collectie. Zijn artistieke weg van Informel naar concrete kunst is te volgen. Een van zijn belangrijkste werken is «Düsseldorfer Raum» (1994).
De Zwitserse kunstenaars Gottfried Honegger als schilder en beeldhouwer, Peter Stein als schilder en tekenaar en Hugo Suter als beeldhouwer dragen bij aan de betonkunst, evenals Erich Reusch met een vloersculptuur van stalen blokken en met roetkisten, Ulrich Erben met kleurenveldbeelden en Alf Schuler met een sculptuur die door de zwaartekracht wordt gevormd.
Er zijn twee kleine beeldhouwwerken van Norbert Kricke en een serie tekeningen, waaronder zes bladen als een laatste uitademing, die kort voor zijn dood zijn gemaakt. Een stalen sculptuur van Otto Boll in de vorm van een segment van een naar de uiteinden taps toelopende cirkel schrijft op fantasierijke wijze een volledige cirkel in de ruimte.
Tadaaki Kuwayama is vertegenwoordigd met monochrome kleurvlakken, Bernd Minnich daarentegen met een zeer sfeervol werk in wit, geel en goud in een langgerekte dwarse rechthoek. Het grote, witte doek van Qiu Shi-Hua laat niettemin een landschap opdoemen als uit nevelen. De uit de lijn levende diepdrukken van Ben Nicholson (1966/67) bewegen zich op de grens tussen objectloze en picturale representatie.
Rotssplijtende krachten manifesteren zich in de sculpturen van Ulrich Rückriem, die tegelijkertijd het contrast tussen gepolijste oppervlakken en natuurlijke oppervlakken uitspeelt. Rückriem maakte ook een serie schilderijen met de titel «Damenthema». Giuseppe Spagnulo’s werk illustreert het openbreken van staal.
Varianten van conceptuele kunst worden aangeboden door de Chinezen Ai Weiwei, Yin Xiuzhen en Song Dong, de Japanners Yuji Takeoka, Hayato Goto en Katsuhito Nishikawa, de Koreanen Jai Young Park en Lee Ufan, de Engelsen Hamish Fulton en Richard Long, de Duitsers Christiane Möbus, Dorothee von Windheim, Raimund Kummer, Thomas Virnich en Nikolaus Koliusis.
Acht van de 1001 stoelen («sprookjes») die Ai Weiwei naar Kassel bracht voor de 12e Documenta 2007, samen met een even groot aantal Chinese, zijn in de collectie opgenomen, evenals «gekleurde vazen», 39 neolithische vazen (2000/3000 v. Chr.) die gekleurd zijn door ze in industriële verf te dompelen, zodat ze niets van hun duizenden jaren oude geschiedenis kunnen vertellen. De installatie «Peking Opera» van Yin Xiuzhen neemt de kijker/luisteraar mee naar alledaagse Chinese taferelen. De installatie «Write your message with water» van Song Dong nodigt uit om met een kwast en water gedachten toe te vertrouwen aan een stenen plaat. Yuji Takeoka transformeert sokkels, sokkels, vitrines, slagbomen als elementen van museale presentaties tot vormen die een zelfstandige werking hebben, die de aandacht vestigen op de leegte, op het afwezige, dat toch als energie waarneembaar wordt. Katsuhito Nishikawa’s «Physalis» reproduceert de vrucht niet, maar zet de vorm ervan om in autonome sculptuur door middel van een gigantische vergroting.
Hayato Goto’s sculpturen in de vorm van boten wijzen op overgedragen inhoud, zoals die met kunstig samengevoegde takken getiteld «mensen». Hamish Fulton en Richard Long, de protagonisten van Land Art, laten de toeschouwer deelnemen aan de omzwervingen, hetzij door een poëtisch beschrijvende zin of door reeksen tekeningen of foto’s die ook de tijdsdimensie illustreren, hetzij door materiaal dat onderweg is verzameld en tot een steencirkel is gevormd. De werken van Christiane Möbus laten humor doorschemeren: «Knochenarbeit» rijgt stukjes mergpijp aaneen tot een ketting, of «Einer von Vieren» toont een opgezette flamingo onder een tafel met vier vierkanten dicht bij de vloer en met een glazen plaat onder een hoek. De vraag rijst: zijn er drie flamingo’s verdwenen?
In zijn werk «Van school tot kerk» geeft Thomas Virnich een beeld van de situatie vanuit zijn atelier in een voormalige school via enkele huizen naar de kerk, waarbij het interieur van de huizen ook te zien is van het dak tot de kelder. Zijn sculptuur «Großer Pott» (Grote Pot) bestaat uit twee delen die zich tot elkaar verhouden: een oude, lege koperen ketel en verschillende stukken gebakken klei die zijn samengevoegd tot een sculpturale vorm die overeenkomt met het volume van de ketel.
In de afdeling Nieuwe Kunst vormt de fotografie een eigen deel van de collectie, met een straal van 19e-eeuwse reisfoto’s uit Egypte en Japan, maar ook hedendaagse werken van Wolfgang Volz en Jaroslav Poncar, en een breed scala aan klassieke fotografie met namen als Albert Renger-Patzsch, Adolf Lazi, Herbert List, Bernd en Hilla Becher en Candida Höfer. Huidige posities worden vertegenwoordigd door de Koreaan Kyungwoo Chung, de Japanners Ruiji Miyamoto en Kazuo Katase, de Duitsers Robert Voit, Claudia Terstappen en Ulrich Tillmann, wiens werk «Meditations» het logo van Museum DKM is geworden.
De collectiegebieden Nieuwe Kunst en Fotografie, die veel uitgebreider zijn dan hier beschreven en in Museum DKM worden tentoongesteld, blijven groeien.